Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Nadals La Vie en Rose: een eentonig nummer


Papa, quand est-ce qu’on rentre à la maison?
Die verrassende vraag hoorde ik gisterennamiddag van een verveeld Frans ukkie. Verrassend vanwege het toch wel aangename kader waarin de Parijse pagadder zich op dat zonnige moment bevond. Samen met 14 000 anderen vergaapte ik me aan de manier waarop Rafael Nadal Lleyton Hewitt naar huis tikte/liep/veegde op het goedgevulde Court 'Philippe Chatrier'. Halverwege de tweede set stond Nadal waar de gravelkoning al vier jaar lang onafgebroken staat op Roland Garros: op winst. Niets nieuws dus onder de Parijse zon, wat voor de kritische kleuter het sein werd om de klaagzang in te zetten. Nadal of niet: het rotverwende kind wilde eens een ander (tennis)verhaaltje.

De jeugd van tegenwoordig eist continue nieuwe prikkels, die Hewitt jammer genoeg niet kon bieden. Het voormalige nummer een van de wereld verliet rood van schaamte het veld, ik rood van de zon de tribunes. Waar ik echter door enkele deciliters aftersun m’n nachtrust red, is er voor een winnaarstype als Hewitt na een dergelijk debacle quasi geen remedie tegen nachtelijk gewoel. 'Gewoonweg' winnen volgende keer, dat bespaart een hele hoop slaapmiserie. Vrouwelijke toppers kiezen overigens nog steeds voor liters traanvocht om een en ander te verwerken. Hun goed recht, al blijft mijn zoutgehalte wél op peil dankzij Nivea.

Weinig schaamte overigens bij onszelf, tenzij voor de vleugjes onuitgestreken zonnecrème die mijn voorhoofd versierden (zie foto). Wie zich staande wil houden tussen al die poshy Parisian people, vermijdt – ironisch genoeg – best zo’n vloeibare decadentie. Het feit dat m’n dark horse – de Duitse draver Philipp Kohlschreiber – er vandaag Novak Djokovic uitknikkerde, verhoogt alleszins m’n prille street credibility onder de tennisjournalisten. Voor wie me niet gelooft: hier staat m’n voorbeschouwing op Roland Garros van goed een week geleden. De winnende lottocijfers kan u vooralsnog niet bij mij vinden.

Minder geluk had ik dit weekend in de liefde. Wegens anti-amoureuze groepsdruk zat ik niet op Court 2, waar de Slovaakse deerne Dominika Cibulkova haar opwachting maakte. Ik wilde nochtans een vervolg breien aan het openlijke geflirt dat we de laatste maal in Bratislava te berde brachten. Ook jammer dat ik de heersende opvatting over Tatiana Golovins derrière niet aan de waarheid heb kunnen toetsen. Niet dat ik mijn metropolitaanse muze niet gezien heb. Nadat onze indringende blikken elkaar voor de eerste maal gekruist hadden, weigerde 'Tati'- zo mag ik haar ondertussen noemen - me simpelweg de rug toe te keren. Wat op zich ook een meevaller is natuurlijk.

Een mindere meevaller voor de neutrale kijker was Tsonga-Rochus. Christophe Rochus figureerde in een slaapverwekkend kijkstuk en etaleerde een pijnlijk gebrek aan kracht (en motivatie). De Nederlandse NOS-commentator van dienst maakte daarbij deze rake opmerking: ‘De laatste keer dat Tsonga tegen iemand speelde die zo zacht serveerde, was als hij 12 was.’ Op zich geen probleem tegen spelers van de tweede garnituur, maar tegen een topper als Tsonga betaal je dat cash.

Cash betaal je ook de tickets op de zwarte markt. Kredietkaarten of overschrijvingsformulieren accepteren de sjacheraars immers niet. Volgens welingelichte bronnen zouden ze 200 euro vragen voor een kaartje op de hoofdbanen morgen. Geen Nadal-Söderling voor mij dus. Ik zet alvast de radio op om te horen of Söderling met een Zweedse schlager Nadals ‘La Vie en Rose’ het zwijgen oplegt. De Spaanse plaat blijft immers hangen in Parijs. De waarheid komt inderdaad uit een kindermond. Kom igen Robin!