Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Délial, The Yellow Time Machine

Nauwelijks lente en al de eerste scheut zonnecrème over m'n torso gestreken. Een hoogtepunt dat vroeger dan verwacht komt, een man kan er zowaar van genieten. Ik onderga deze premature zomerlozing in de tuin van m'n geliefde grootmoeder. Gezegend met een zuiderterras, vrij van Antwerpse streken. Een warmtegloed uitgestrekt over een hemelsbreed tijdsspectrum, van de Zevende Dag tot de demarrage van Tom Boonen. Zondag.

Omalief zweert van de BRT tot Ijsboerke bij traditionele merken, wat maakt dat Délial dit jaar mijn melkwitte bast mag ontmaagden. Als ik de fles omdraai, prikkelt de geur van het plakkerige goedje me als de korrels van een zandloper.

Deze gele bus is een plastieken tijdscapsule. Met factor 20 voert ze mij twintig etmalen vooruit naar het eerste mouwloze weekend aan de Vlaamse kust. Nippen van rosé tussen winterwitte vingertoppen. Koketterie met de handrem op.

Maar deze Yellow Time Machine werpt me vooral twintig jaar terug. Naar overspoelde zandkastelen in Wenduine tot bijensteken in m'n onbehaarde tepeltjes. Naar eeuwige palletrecords op Spaanse stranden tot zone(n)vreemde borsten. Treurnis, pijn, glorie, fascinatie. Smeren en slikken. Nooit gedacht dat plastic zoveel diepgang kon bevatten. Meerlagige nostalgie aan 14,95€. Een bassin vol emoties aan een etalageprijs.

Op de vloed van Délial drijf ik stroomafwaarts naar begin jaren '90. Délial triggert enkel dat tijdsvak, net als bepaalde ijsjessmaken eeuwig verbonden blijven aan een gesmolten epoque. Vanille voor een makkelijke peuter. Straciatella voor een puber wiens tong zuiderse toertjes wil maken. Speculoos uit volwassen honger naar een goedgelovige geest. Hoorntjes kraken op de pickup van een hartverwarmend ijstijdperk en laten kruimels na op het uitgetekende levenspad.

Maar Délial meert niet aan in mijn puberteit. Met de gebronzeerde goden Maldini en Nesta als pronkstukken van mijn favoriete Squadra Azzura was toen een bruine tint mijn hoofddoel. Zonnecrème verbleekte tot smerig spul voor de grijze massa. Rood vervelt immers tot bruin. Toch?

Beïnvloed door de witte kaakstrepen van tennisidool Patrick Rafter greep ik echter weer naar de fles. Een blauwe bidon Nivea meer bepaald. Na de eerste puberale krassen op de ziel kon ik wel wat bijkomende verzorging gebruiken.

Maar hoezeer Nivea me ook hydrateert, I'm still in Délial about my past. Zorgeloze strandpassages zonder twijfels over kleur, sixpack of okselhaarlengte. Nu staar ik rusteloos naar het water wachtend tot m'n roeping aanspoelt. Een reddingssloep vol begerige vikingvrouwen, dat lijkt me wel wat.

Spijs de hongerigen en herberg de vreemdelingen. Met deze twee werken van barmhartigheid kom ik ongetwijfeld in de hemel terecht. Benieuwd of ik me daar ook nog moet in smeren, zo dicht bij de zon.