Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Samenwonen: Een Scandinavisch Schrikbewind


De ogen van een engel, de klasse van een prinses en een hart van goud waarbij de kluis van de Nationale Bank verbleekt. Toen afgelopen zomer mijn Noorse godin Oslo voor Antwerpen inruilde om bij mij in te trekken, dacht ik het groot lot te hebben gewonnen. 

Nauwelijks zes maanden later besef ik dat ik de deur wagenwijd heb opengezet voor een bezettingsmacht naar aloud Germaans voorbeeld. Met vuurwerk in de slaapkamer als Anschlusscadeau kwam I. op stijlvolle zwarte leren botten binnengemarcheerd. Maar de zweep blijkt vooral elders te regeren. Ziehier de belangrijkste pijlers van haar Scandinavisch schrikbewind.

Allereerst heerst er thuis een avondklok. De Obersturmführerin ontkent dit echter ten stelligste, omdat ik nog elke avond zonder uur op stap mag. Dat klopt. Maar vermits ze me bij terugkomst steeds onderwerpt aan een Gestapoverhoor is de goesting om de bloemetjes buiten te zetten verwelkt. 

I. en ik in betere tijden
De voordeur doe ik enkel nog open en dicht om geld te gaan verdienen. Daarmee voorzie ik I. van blinkende juwelen en strakke cocktailjurken, die me een glimp gunnen van de glorie waarmee het Paard dat doet Plooien ooit kwam aandraven. Parels tegen de migraine in een fatamorganabad.

Als ik in uiterste nood toch eens een stapje zet, tellen de uren na middernacht dubbel. De moeilijkheidsgraad van het verhoor varieert dan van het overlopen van een namenlijst met de maten die mee op vadrouille waren tot het koppelen van een drankoverzicht aan een ademtest. Bij een gebrek aan coherente antwoorden ontzegt I. me de toegang tot het bed.

Vertel je vriendin trouwens nooit dat het een fantastische avond was. Ze reageert of jaloers of achterdochtig. Als ze je vraagt of je je geamuseerd hebt, antwoord dan: 'Bwah, viel wel mee.’ Anders dreigt ze het balspel te verbrodden. En dat valt bij mij al vaak genoeg voor. 

I. onderbreekt keer op keer het voetbal op tv voor allerlei idiote vragen. ‘Staat de vuilzak al buiten?’ durft ze op elke dag van de week te zagen. Bovendien heeft ze een permanent verbod ingesteld op ballen krabben tijdens de match. Wanneer ik dan naar het toilet vlucht voor het voltrekken van deze essentiële mannelijke behoefte, valt er altijd een doelpunt. Uiteraard.

I. heeft immers een vreselijk gevoel voor timing geïmporteerd. Zo wil ze op een vrijdagavond tijdens de Nachspielzeit van een kwartfinale in de Duitse Beker de plannen voor het weekend bespreken. Hopelijk timet ze beter wanneer ze mijn opvolger werpt en we geen onherstelbaar prematuurtje moeten verwerken.

De plannen voor het weekend bestaan meestal uit boswandelingen op zondag, omdat je in de 118e minuut van Karlsruhe-Mainz echt geen tijd hebt om creatiever dan de Spaanse nummer 10 van Mainz te zijn.

Tijdens die boswandelingen voel ik me als Roodkapje hand in hand met een wolf in schaapsvacht. Oudere koppels – dat soort dat uiterlijk geniet van boswandelingen – knikken altijd bewonderend, maar hebben geen idee wat er thuis gebeurt. 

Ook al heb ik nog geen fysiek geweld moeten ondergaan, de beschreven pesterijen en een eindeloos ultrahoog vraaggeluid drijven me in mijn isoleercel van 120m² tot waanzin. Het leven in mijn gouden kooi geurt naar vanille en kaneel, maar smaakt naar giftig slangenvlees.

Vermijd overigens boswandelingen die tot de feesttent van een veldrit leiden. Blijkbaar wordt niet iedereen blij van Paul Severs en met kots overspoelde planken die al krakend strijden tegen de bierkaai.

Nochtans is het daar bloedheet en dat vormt precies het klimaat waarin mijn Ijskoningin perfect gedijt. Thuis staat de thermostaat doorlopend op 23°C zodat we op het einde van het jaar 150€ moeten opleggen aan elektriciteitskosten, zodat ik mijn abonnement op Sporting Telenet moet opzeggen. 

Met dat verdacht Vikingbloed en het bloed van onder mijn nagels maken we binnenkort ongetwijfeld een dochter die sprekend op haar moeder lijkt. Mijn Emma der Vernederingen.