Tel Aviv: hemel op aarde. Dat leek
de conclusie van mijn eerste blog over deze bruisende metropool. Velen vroegen me waarom ik er niet naar toe verhuis. Wel, als
niet-jood is het blijkbaar niet evident om een volwaardig burgerschap te
verwerven in Israël. Omdat ik me graag o zo belangrijk voel, vormt een
vlucht naar het Beloofde Land dus geen optie.
Bovendien
speelt het pijnlijk gebrek aan blonde prinsesjes een belangrijke rol.
Als je in Tel Aviv toch een blondine met modellenallures treft, is de
kans groot dat je naar
de lange gladgeschoren benen en plastieken boezem van een
travestiet staat te gluren. Begrijpelijk dat je na al die leeggeperste
citrusvruchten eens een volle vrucht wil proeven, maar een stevige
adamsappel laat ik toch aan mij voorbij gaan. Viva la Diva heeft net
als A-Ba-ni-Bi alleszins haar stempel op deze diverse samenleving
gedrukt.
Divers,
maar niet multicultureel. Tel Aviv spiegelt zich graag aan Barcelona,
maar de zeedijk in Knokke oogt op een zomerse hoogdag gekleurder.
TLV doet qua sfeer nochtans aan Miami denken als je langs het strand
flaneert. Met als doel het lijf van een Superjew zweet iedereen zich te
pletter op de openbare fitnesstoestellen. Zelfs vroegbejaarden maken
onnavolgbare bewegingen op de rekstok. Een mediterrane machocultuur.
De beleving blijft evenwel heerlijk relaxed. De Tel Avivianen geloven in de
voedende kracht van granaatappels tegenover het verwoestende geweld van
handgranaten. Zjatte (koffie), talloere (religie) en tattoos (jeugd)
vormen de symbolen van deze vreedzame cocon. Intellectuelen, gelovigen
en hipsters leven er probleemloos met elkaar. No worries mate.
Nochtans zijn de Israëli's ten aanzien van toeristen doorgaans niet zo
vriendelijk en open als de laidback Aussies, wat misschien met hun
verbazend matig Engels te maken heeft. Maar gelukkig figureert hun
heerlijk charmante Hebreeuwse 'r' meestal als ijsbreker. Als een local
'I really adore your presence on Sderot Rotschild' uitspreekt, voel je
je plots de koning te rijk.
Opgehitst
door de warmte charmeren ze elkaar trouwens onophoudelijk. Op het
strand nemen hun trucjes de subtielste vormen aan. Onder het mom van een
lesje frisbee grijpt een gebruinde casanova de heupen van een
bikinibabe om de curve van de vliegende schotel te dirigeren. Met wat
geluk aanschouwt hij enkele maanden later onder z'n afgebladerd
Bauhaus-dak een bolle buik die de dampende schotels op tafel zet. De kans is
klein dat deze Tel Aviviaan eerst op de orthodoxe kalender gekeken heeft
voor hij het vrouwtje besteeg.
Niettemin lopen heel
wat jongeren er met een geladen pistool rond. Waar je bij
ons enkel in de frituur (en ooit aan een Delhaize) een mitraillette
tegenkomt, zeulen alle Israëlische dienstplichtigen duidelijk zichtbaar
een wapen mee. Groene jongens en meisjes steken in groep gewapend
zebrapaden over: het straatbeeld van een staat in beleg.
Maar
deze soldaten lossen al snel ongemerkt op tussen het vele groen dat de
lanen van TLV rijk zijn. In de struiken roeren krekels zich reeds in
februari, terwijl de palmbomen je van een eeuwig vakantiegevoel
verzekeren. Wie of wat de straten van Tel Aviv dan wel terroriseert, kom
je in het derde - en laatste - deel te weten. Shalom!