Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Ivo Van Aken licht nieuw project toe

Onderstaand interview had ik eind april met Ivo Van Aken, voor mytennis.be

Ivo Van Aken heeft zich, sinds enkele maanden, opnieuw op het tennis gestort. Nadat hij eind februari stopte als Vlaams topsportmanager, keerde de 57-jarige ex-Fedcupcoach terug naar zijn roots. Op de Wommelgemse tennisclub Forest Hills richtte Van Aken de cel 'Screening en Begeleiding' op. MyTennis vroeg de welbespraakte Antwerpenaar om een woordje uitleg bij dit project.

Wat is de bedoeling achter die cel?

'Ik geloof dat men in Vlaanderen te veel denkt dat men tennissers vormt door hen gewoon tennisles te geven. Men zou meer moeten ontleden, door bijvoorbeeld wedstrijdanalyses te maken. Te weinig coaches volgen wedstrijden en maken gebruik van videobeelden. Ook willen we een betere bio-mechanische analyse. Dit betekent dat we aan de hand van specifieke programma's onder meer de conditie testen en aan blessurepreventie doen. We brengen het verhaal van periodisering: hoeveel hebben we nu getraind en wat is het resultaat ervan? Hiermee vermijden we met de natte vinger te trainen.'

Op welke groep spelers richt u zich?
'We hebben nu een groep meisjes onder de elf jaar, die vrij ruim is. De oudere groepen zijn nu wat kleiner, omdat we op dat vlak natuurlijk jaren hebben stilgestaan. Een uitzondering hierop is Elyne Boeykens, die ook internationaal tennist. In de eerste plaats richten we ons tot Antwerpse jongeren, omdat het anders op het vlak van verplaatsing en logement een moeilijke zaak wordt. Op termijn moet dat wel kunnen groeien, zoals Bree dat bijvoorbeeld doet. Zij rekruteren jonge spelers over heel Limburg, zelfs tot in Antwerpen, om hen daar naar school te sturen en te laten overnachten. Ik ga dan ook niet roepen dat we uniek zijn in België, al denk ik dat er slechts een kleine groep trainers is die echt professioneel werken. Mensen als Benny Vanhoudt in Diest en clubs als Brughia en G.T. Tessenderlo bieden wel een uitstekend programma aan.'

Hoe willen jullie dat professionalisme bewerkstelligen?

'Wij zullen de komende weken de scholen in de buurt contacteren. De bedoeling is dat hun directies enkele spelers de mogelijkheid geven om overdag te trainen. Hoewel Vlaanderen daar nog niet erg rijp voor is, bestaat er nu wel een omzendbrief die schooldirecties een grotere vrijheid geeft. Het Vlaamse schoolsysteem is natuurlijk niet zo bevorderlijk voor privé-initiatieven, wat anders is in Nederland. In hun topsportscholen zitten er ook kinderen die niet bij de federatie zitten. Als we kunnen overstappen naar een regime van dag- en avondtraining, werken we meteen een pak professioneler.'

Uit welke mensen bestaat jullie begeleidingsteam?

'Voor het medische aspect werken we samen met sportdokter Chris Goossens, die een jarenlange ervaring op topsportniveau heeft. Op dit moment werkt hij onder meer samen met Yanina Wickmayer. Tim Lamens staat in voor de kine- en conditietraining. Hiernaast kunnen we ook een toporthopedist als Marcel Kenis inschakelen. Op het mentale vlak hebben we nood aan individuele begeleiding. Hierbij zal de groep rond Paul Witteman van de VUB ons assisteren. We zullen dus niet aarzelen om de hulp van specialisten in te roepen.'

Bent u van plan om samen te werken met de VTV, waar u vroeger nog technisch directeur was?
'Het is alleszins niet de bedoeling in concurrentie te gaan met de VTV. Door de jongeren goed op te leiden, willen wij in de eerste plaats hofleverancier zijn voor hen. Als de VTV dan oordeelt dat een van onze spelers goed genoeg is om naar daar te gaan, ben ik de laatste om mij daar tegen te verzetten. Wel vind ik dat federaties te weinig kansen geven aan privé-initiatieven. Door het hoge prijskaartje van één speler, blijft er vanaf 12 jaar maar een beperkt groepje over bij de VTV. Dus vallen er talenten af, die dan terecht moeten komen in projecten naast de federatie. Mensen zoals Filip Dewulf en Tom Vanhoudt zijn op die manier toch doorgebroken.'

Hoe kijkt u terug op uw keuze om als Vlaams topsportmanager te stoppen?

'Ik wilde een meer actieve job, ook omwille van mijn gezondheid. Ik kon terug naar de VTV, maar dat was voor een administratieve functie. Mijn wens was om opnieuw on court te werken, ik heb altijd al graag training gegeven. Het topsportlandschap is ook niet eenvoudig. Je hebt een zware druk vanuit de politiek en de pers. Bovendien bestaat je agenda uit veel vergaderen en overleggen met de verschillende federaties. In die functie was het dus moeilijk om echt actief bezig te zijn. Ik heb een uitstekende beslissing genomen.'