Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

PvdA: Ploeg van de Agglomeratie

Club is sinds enkele ogenblikken wederom onbetwiste Ploeg van de Agglomeratie. 'Van de wat?' hoor ik al menig voetballiefhebber denken. Ploeg van de (Brugse) Agglomeratie, inderdaad. Hoe sterk ik de beauty van de Brugse binnenstad ook apprecieer, het label stad kan ik als voltijds hokjesdenker simpelweg niet toewijzen aan een locatie die ’s nachts niet leeft. Toeristisch bekeken een wereldtopper, qua nightlife het niveau van een ‘caféploeg’.

Ok, fair enough, Brugge verdient dus het stadslabel niet.
Maar waarom dan de verwijzing naar de Agglomeratie? Behalve het feit dat het nogal convenient - sinds Erasmus ben ik de Nederlandstalige vertaling van zo’n honderdtal woorden simpelweg vergeten - was om een nieuw links letterwoord om te vormen, kijk ik op die manier vooruit naar de verhuis van blauw-zwart naar Loppem. Als Vlaamse Randbewoner ken ik weinig tot niets van de Brugse geografische gegevens (behalve dat Club al 30 jaar lang Europese topavonden serveert vanuit Sint-Andries), maar het zou me sterk verbazen dat Loppem niét in de Brugse agglomeratie ligt.

Club dus Ploeg van de Agglomeratie en dat doet verdomd goed. Ook al snap ik – ondanks vijf trouwe Sollied-jaren in de Brugse spionkop – weinig van de onderlinge Brugse rivaliteit, ik zie met plezier de Cercle-hype ineenstuiken. Als trendwatcher had ik trouwens niets anders verwacht van een team met een dergelijk afschuwelijke outfit. Ga maar eens na, hoeveel huidige topploegen spelen in het groen-zwart?

Hoe dan ook, de groen-zwarte arrogantie begint stilaan terug plaats te maken voor bescheidenheid en frustratie. Twee kenmerken die perfect passen bij het patersimago van Cercletje. Onder invloed van Pol Van Den Driessche trachtten de sympathieke cerclisten zich om te vormen tot een assertieve vereniging met steile ambities. Gesterkt door een gestolen bekeroverwinning (een doelpunt van wijlen Swa Sterchele werd in de laatste minuten onterecht afgekeurd) tegen grote broer Club, dacht Cercletje zich de titel van Ploeg van’t Stad toe te kunnen eigenen. Los van het feit dat Brugge dus géén stad is, was dit een duidelijk voorbeeld van misplaatste arrogantie.

Misplaatst omdat paters simpelweg niet arrogant kunnen, en mogen zijn. Met een plaats in de brede middenmoot kan Cercletje nu terug op zoek naar haar religieuze roots. Niet té ambitieus, in de schaduw - van Europese topper Club – hard werkend en vooral tevreden met wat God hen heeft geschonken. Een dergelijk calvinistisch cercletje zal zich ook niet meer mengen in het stadiondossier, wat het Belgisch en Brugs topvoetbal alleen maar vooruit zal helpen. Geen nood, missionaris Moenaert zal wel ergens een tempeltje voor 5000 groene gelijkgezinden neerpoten.

FC Brugge, Ploeg van de Agglomeratie!