Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

De (on)draaglijke verantwoordelijkheid van het afwassen

Gisteren was het bijna twee jaar geleden dat ik me nog eens aan het afwasavontuur waagde. Als rasechte macho beschouw ik het immers de taak van de volautomatische afwasmachine of - beter nog – van de vrouwelijke huisgenote, om al het keukengerei terug gebruiksklaar te maken.

Op Erasmus-uitwisseling zag ik me echter genoodzaakt om dat prachtige principe enkele maanden achterwege te laten. Eerst en vooral vanwege m'n voornemen om me volledig te integreren in de egalitaire Zweedse maatschappij. Daar zijn vrouwen en mannen niet alleen bij wet, maar ook in de praktijk gelijk – in tegenstelling tot het conservatieve Vlaanderen waar nog menig dorpsgemeenschap doordrongen is van de CVP-cultuur.

Concreet betekent dit dat de doorsnee Zweedse man even vaak een strijkijzer als een starköl (pintje) in zijn handen heeft. Bovendien wordt het Zweedse straatbeeld geteisterd door jonge vaders, die kleine Emma of Björn als buideldieren richting ICA (Zweedse Delhaize) meesleuren. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door de Zweedse wetgever, die het ouderschapsverlof tussen moeder en vader laat verdelen. Blijkbaar hebben de langbenige blondines hun looks succesvol uitgespeeld in hun queeste naar een rechtvaardige verdeling in het huishouden. Hoe mooier de doorsneevrouw, hoe gelijker de samenleving. Op zich een terechte gang van zaken, lijkt me.

Tweede reden waarvoor ik zelf de resten van de köttbullar med lingon (gehaktballetjes met aalbessen, IKEA-klassieker) van vork en mes schrobte, was omdat alle andere huishoudtaken al mooi ‘uitbesteed’ waren aan welwillige Canadese en Duitse mede-Erasmusters. Zo moest ik me dat semester bijvoorbeeld weinig zorgen maken over de netheid van mijn trendy garderobe, want gestuwd door een Europees solidariteitsdenken streek een Degelijke Duitse Deerne mijn teerbeminde Massimo Dutti-hemdjes uitgaansklaar. Gesocialiseerd door de Deutsche gründlichkeit kreukvrij, dat spreekt voor zich. Qua contrast met den Duits die zeventig jaar terug nog vakkundig het vlakke Vlaamsche Land overhoop kwamen woelen, kan dit wel tellen. Het eengemaakte Europa heeft ondertussen heel wat plooien glad gestreken in de Vlaams-Duitse relaties.


Daarnaast heeft een Canadese kookkunstenares me van heel wat verkoudheden weerhouden. Voorafgaand aan het avondmaal neem ik immers graag een douche, waardoor een wandeling naar de plaatselijke supermarkt, met mijn halflange natte lokken dansend in de Scandinavische schemerkoude, gegarandeerd een snotvalling zou opleveren. Zelfs übermacho Bosko Balaban zag hier het gevaar van in. Bosko knipte dan ook ‘s winters – op advies van zijn moeder – zijn lange lokken kort om Kroatische kinkhoesten te vermijden. Het Canadese meisje begreep dat ik zo’n risico niet mocht lopen, waarop ze prompt haar kookdiensten aanbood. Een gegeven rundsteak kijk je niet in de bek, maar eet je op. Canada als reddingsboei voor hongerige Vlamingen, some things never change.


Zwaar geëmotioneerd door deze tekenen van generositeit én onder druk van een knagend schuldgevoel, besloot ik mijn schrijvershanden in het met Dreft doordrenkte warme water te woelen. Een zinderend gevoel van zelfstandigheid overviel me die memorabele avond. Waar ik thuis na winst van mijn favoriete Club of na een heerlijk nachtje stappen, terend op dat geluksgevoel – wat soms irrationale beslissingen tot gevolg heeft - nog wel eens de handdoek ter hand durfde te nemen om de hele keukenhandel af te drogen, besloot ik toen het afwasheft in eigen handen te nemen.

De verantwoordelijkheid die een afwasbeurt met zich meebrengt kan niet onderschat worden. Diegene die de schrobspons hanteert, staat immers in voor het directe succes van de eerstvolgende maaltijd. Wie nog schilfertjes spinazie aan zijn proper gewaande vork opmerkt, zal simpelweg niet meer geprikkeld raken door de lekkerste lamschotel. Tijdens mijn eerste afwasbeurt openbaarde zich bij mij dus het Erasmus-gevoel, wat een mengeling vormt van échte zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en onafhankelijkheid. Een liefde voor het leven zou je denken.

Slechts enkele weken later teruggeworpen in de minder egalitaire Vlaamse samenleving, beperkten mijn keukenavonturen zich echter wederom tot een apathisch afdroogproces. Afdrogen vormt op zich een vrij overbodige activiteit, de glazen en borden drogen op zich ook wel, wat het enthousiasme rond het afdrogen danig tempert. Het Erasmus-gevoel verdween dus - tot gisteren – voor quasi twee jaar opnieuw de keukenkast in. Nu mijn oma, die de Canadese kookkunsten en de Duitse strijkprecisie combineert, even minder te been is, nam ik uit grootmoedersliefde opnieuw de schrobspons ter hand. En ja hoor, prompt openbaarde Erasmus zich - zoals in L'auberge espagnole – en overviel me met de gekende gevoelens van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

Het zijn vreemd genoeg diezelfde gevoelens die voor zoveel angst in Wallonië zorgen. De ondraaglijke angst voor zelfstandigheid. De heren politici hadden tijdens een zoveelste dood punt tijdens de regeringsonderhandelingen op Hertoginnedal, beter gezamenlijk de afwas gedaan. Bart De Wever die met een geel-zwart geblokte keukenhanddoek over zijn schouder “Chers amis francophones, faisons la vaisselle!” uitroept en daarmee de Franstaligen het prachtige gevoel van zelfstandigheid leert kennen. Schitterend toch?

De schrobspons als aanzet tot een grote staatshervorming, waardoor hun België van de ondergang gered wordt. Ik vraag de Franstalige toppolitici dan ook vijf minuten keukenmoed om dat staatshervormingsvarkentje (af) te wassen.


Update: ook nu weer pikt een sp.a-politica mijn boodschap op, want zojuist heeft Vlaams Minister van Gelijke Kansen, Kathleen Van Brempt, gepleit voor het Noorse ouderschapsmodel in Vlaanderen. Wederom twee luttele dagen na mijn blogpost. Dit kan geen toeval meer zijn. Ik wacht daarom nog steeds op mijn consultacyvergoeding, mensen van de sp.a...