Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Samenwonen: Een Scandinavisch Schrikbewind


De ogen van een engel, de klasse van een prinses en een hart van goud waarbij de kluis van de Nationale Bank verbleekt. Toen afgelopen zomer mijn Noorse godin Oslo voor Antwerpen inruilde om bij mij in te trekken, dacht ik het groot lot te hebben gewonnen. 

Nauwelijks zes maanden later besef ik dat ik de deur wagenwijd heb opengezet voor een bezettingsmacht naar aloud Germaans voorbeeld. Met vuurwerk in de slaapkamer als Anschlusscadeau kwam I. op stijlvolle zwarte leren botten binnengemarcheerd. Maar de zweep blijkt vooral elders te regeren. Ziehier de belangrijkste pijlers van haar Scandinavisch schrikbewind.

Allereerst heerst er thuis een avondklok. De Obersturmführerin ontkent dit echter ten stelligste, omdat ik nog elke avond zonder uur op stap mag. Dat klopt. Maar vermits ze me bij terugkomst steeds onderwerpt aan een Gestapoverhoor is de goesting om de bloemetjes buiten te zetten verwelkt. 

I. en ik in betere tijden
De voordeur doe ik enkel nog open en dicht om geld te gaan verdienen. Daarmee voorzie ik I. van blinkende juwelen en strakke cocktailjurken, die me een glimp gunnen van de glorie waarmee het Paard dat doet Plooien ooit kwam aandraven. Parels tegen de migraine in een fatamorganabad.

Als ik in uiterste nood toch eens een stapje zet, tellen de uren na middernacht dubbel. De moeilijkheidsgraad van het verhoor varieert dan van het overlopen van een namenlijst met de maten die mee op vadrouille waren tot het koppelen van een drankoverzicht aan een ademtest. Bij een gebrek aan coherente antwoorden ontzegt I. me de toegang tot het bed.

Vertel je vriendin trouwens nooit dat het een fantastische avond was. Ze reageert of jaloers of achterdochtig. Als ze je vraagt of je je geamuseerd hebt, antwoord dan: 'Bwah, viel wel mee.’ Anders dreigt ze het balspel te verbrodden. En dat valt bij mij al vaak genoeg voor. 

I. onderbreekt keer op keer het voetbal op tv voor allerlei idiote vragen. ‘Staat de vuilzak al buiten?’ durft ze op elke dag van de week te zagen. Bovendien heeft ze een permanent verbod ingesteld op ballen krabben tijdens de match. Wanneer ik dan naar het toilet vlucht voor het voltrekken van deze essentiële mannelijke behoefte, valt er altijd een doelpunt. Uiteraard.

I. heeft immers een vreselijk gevoel voor timing geïmporteerd. Zo wil ze op een vrijdagavond tijdens de Nachspielzeit van een kwartfinale in de Duitse Beker de plannen voor het weekend bespreken. Hopelijk timet ze beter wanneer ze mijn opvolger werpt en we geen onherstelbaar prematuurtje moeten verwerken.

De plannen voor het weekend bestaan meestal uit boswandelingen op zondag, omdat je in de 118e minuut van Karlsruhe-Mainz echt geen tijd hebt om creatiever dan de Spaanse nummer 10 van Mainz te zijn.

Tijdens die boswandelingen voel ik me als Roodkapje hand in hand met een wolf in schaapsvacht. Oudere koppels – dat soort dat uiterlijk geniet van boswandelingen – knikken altijd bewonderend, maar hebben geen idee wat er thuis gebeurt. 

Ook al heb ik nog geen fysiek geweld moeten ondergaan, de beschreven pesterijen en een eindeloos ultrahoog vraaggeluid drijven me in mijn isoleercel van 120m² tot waanzin. Het leven in mijn gouden kooi geurt naar vanille en kaneel, maar smaakt naar giftig slangenvlees.

Vermijd overigens boswandelingen die tot de feesttent van een veldrit leiden. Blijkbaar wordt niet iedereen blij van Paul Severs en met kots overspoelde planken die al krakend strijden tegen de bierkaai.

Nochtans is het daar bloedheet en dat vormt precies het klimaat waarin mijn Ijskoningin perfect gedijt. Thuis staat de thermostaat doorlopend op 23°C zodat we op het einde van het jaar 150€ moeten opleggen aan elektriciteitskosten, zodat ik mijn abonnement op Sporting Telenet moet opzeggen. 

Met dat verdacht Vikingbloed en het bloed van onder mijn nagels maken we binnenkort ongetwijfeld een dochter die sprekend op haar moeder lijkt. Mijn Emma der Vernederingen.

The Riff of Tel Aviv (2): Zjatte, talloere en tattoos

Tel Aviv: hemel op aarde. Dat leek de conclusie van mijn eerste blog over deze bruisende metropool. Velen vroegen me waarom ik er niet naar toe verhuis. Wel, als niet-jood is het blijkbaar niet evident om een volwaardig burgerschap te verwerven in Israël. Omdat ik me graag o zo belangrijk voel, vormt een vlucht naar het Beloofde Land dus geen optie.

Bovendien speelt het pijnlijk gebrek aan blonde prinsesjes een belangrijke rol. Als je in Tel Aviv toch een blondine met modellenallures treft, is de kans groot dat je naar de lange gladgeschoren benen en plastieken boezem van een travestiet staat te gluren. Begrijpelijk dat je na al die leeggeperste citrusvruchten eens een volle vrucht wil proeven, maar een stevige adamsappel laat ik toch aan mij voorbij gaan. Viva la Diva heeft net als A-Ba-ni-Bi alleszins haar stempel op deze diverse samenleving gedrukt.

Divers, maar niet multicultureel. Tel Aviv spiegelt zich graag aan Barcelona, maar de zeedijk in Knokke oogt op een zomerse hoogdag gekleurder. TLV doet qua sfeer nochtans aan Miami denken als je langs het strand flaneert. Met als doel het lijf van een Superjew zweet iedereen zich te pletter op de openbare fitnesstoestellen. Zelfs vroegbejaarden maken onnavolgbare bewegingen op de rekstok. Een mediterrane machocultuur.

De beleving blijft evenwel heerlijk relaxed. De Tel Avivianen geloven in de voedende kracht van granaatappels tegenover het verwoestende geweld van handgranaten. Zjatte (koffie), talloere (religie) en tattoos (jeugd) vormen de symbolen van deze vreedzame cocon. Intellectuelen, gelovigen en hipsters leven er probleemloos met elkaar. No worries mate.

Nochtans zijn de Israëli's ten aanzien van toeristen doorgaans niet zo vriendelijk en open als de laidback Aussies, wat misschien met hun verbazend matig Engels te maken heeft. Maar gelukkig figureert hun heerlijk charmante Hebreeuwse 'r' meestal als ijsbreker. Als een local 'I really adore your presence on Sderot Rotschild' uitspreekt, voel je je plots de koning te rijk.

Opgehitst door de warmte charmeren ze elkaar trouwens onophoudelijk. Op het strand nemen hun trucjes de subtielste vormen aan. Onder het mom van een lesje frisbee grijpt een gebruinde casanova de heupen van een bikinibabe om de curve van de vliegende schotel te dirigeren. Met wat geluk aanschouwt hij enkele maanden later onder z'n afgebladerd Bauhaus-dak een bolle buik die de dampende schotels op tafel zet. De kans is klein dat deze Tel Aviviaan eerst op de orthodoxe kalender gekeken heeft voor hij het vrouwtje besteeg.

Niettemin lopen heel wat jongeren er met een geladen pistool rond. Waar je bij ons enkel in de frituur (en ooit aan een Delhaize) een mitraillette tegenkomt, zeulen alle Israëlische dienstplichtigen duidelijk zichtbaar een wapen mee. Groene jongens en meisjes steken in groep gewapend zebrapaden over: het straatbeeld van een staat in beleg.

Maar deze soldaten lossen al snel ongemerkt op tussen het vele groen dat de lanen van TLV rijk zijn. In de struiken roeren krekels zich reeds in februari, terwijl de palmbomen je van een eeuwig vakantiegevoel verzekeren. Wie of wat de straten van Tel Aviv dan wel terroriseert, kom je in het derde - en laatste - deel te weten. Shalom!

Starchamp Eat Motivator houdt kinderen aan tafel


De Starchamp Eat Motivator is een app waarbij de kids eerst kiezen welke groente, vis of vlees ze willen eten. Eens ze het laatste restje achter de eerste kiesjes hebben, mogen ze zelf een animatiefiguurtje voeden. Slagen ze erin om heel hun bord leeg te eten, krijgen ze een gouden ster als beloning. Vanaf nu alleen maar bolle buikjes en lachende gezichten aan de Vlaamse eettafels.

Leuvenaar Ruben Ooms is het brein achter deze app: “Op familiebezoek zag ik keer op keer hoe mijn neefjes en nichtjes huilend wegtrokken bij een bordje broccoli, uiteraard tot groot ongenoegen van hun mama’s en papa’s. Met deze app wil ik de ouders opnieuw gelukkig maken en hun kinderen opnieuw gezond.”

Ongetwijfeld slaat de achterliggende boodschap – verspil geen voedsel – in deze crisistijden aan. In de testfase bleek de Starchamp Eat Motivator alvast een groot succes: “Er waren zelfs kinderen die ook hun bord naar binnen wilden schrokken, om toch maar een extra gouden ster te winnen. Als jonge wolven wierpen ze zich op bloemkolen en radijzen,” vertelt een begeesterde Ooms.

Of kinderen nu veel te veel zullen eten? “Dat denk ik niet. Spruitjes blijven immers spruitjes”, lacht Ooms. “Maar deze app leert onze toekomst door de zure appel heen bijten. Deze kinderen kweken karakter en staan model voor een nieuwe, sterke jeugd zonder al te veel rotverwende streken. De Starchamp Eat Motivator vormt dan ook een uitstekend middel tegen het opkomende Syndroom van Knokke-Zoute.

Ook de Vlaamse Regering blijkt ondertussen erg geïnteresseerd in de app vanwege de duidelijke voordelen voor de volksgezondheid. “Elk kind heeft het recht op gezonde voeding. De Starchamp Eat Motivator kan daarin een doorslaggevende rol spelen,” luidt het bij een regeringsofficial. 

Na een week is de Starchamp Eat Motivator al de meest gedownloade game app voor iPhones in België. Ooms hoopt nu ook op een internationale doorbraak: “Sinds de aanslag op de WTC-torens durfden Amerikaanse ouders niet langer het ‘vliegtuigtrucje’ bovenhalen om hun kroost groentjes naar binnen te duwen. Met deze app hoop ik heel wat wanhopige mommies & daddies nieuwe geluksmomenten aan te bieden.”

Naar verluidt gebruiken ook wanhopige huisvrouwen de app om hun zwaarlijvige venten te doen overschakelen op salade & sushi. Een bord zonder saté levert dan een Gouden Stier op, waardoor manlief zich even Carlos Bacca of Jelle Vossen waant. De Starchamp Eat Motivator valt echt niet meer weg te denken uit de Vlaamse keuken.


Geïnteresseerd? Download jouw exemplaar in de Apple Store.

VDV's Scheerschema

Mannen maken het de vrouwtjes moeilijk. Boemannen, dat zijn we. Onze onrealistische schoonheidsidealen leiden tot eeuwige onzekerheid, waarvoor onze excuses. Maar onze morele verplichting tot gladgeschoren beentjes? Daar wijk ik geen milimeter van af. Schuurpapier hoort op een bouwwerf, niet als rondzwervend afval op de hemeltrappen. 

Vrouwen hebben trouwens weinig reden tot klagen. Is er lichaamshaar met het vergrootglas zichtbaar? Dan moet het verdwijnen. Duidelijkheid troef. Al laat ik de scheerpolitiek van de schaamstreek in het midden. Daar mag zij gerust jouw initialen Hollywood-gewijs op haar venusheuvel snoeien. Jouw lettertapijtje zien blinken terwijl je aan jouw nageslacht werkt, betekenisvoller kan seks niet worden.

Zoveel moeilijker is het scheren voor de man. Vrouwen houden doorgaans van ruige, nonchalante binken. Dus wat proberen wij te zijn? Juist ja. Met een stoppelbaard en ons hemd uit een afgewassen jeans wanen we ons al snel een verbeterde versie van Javier Bardem.

Dus wat doet deze hormonaal gestuurde gek? Een trimmer kopen. Elke dag een mooie 4mm-baard, dacht ik. Met kaken en adamsappels hield het testmodel van Braun evenwel geen rekening. Betaald voor een gelijkmatige snit, oneffen plekken als resultaat. Slechts de laagste stand zorgt voor een egaal effect. Maar dan zit je met puberale donsjes van enkele uurtjes oud.

Gelukkig heb ik een oplossing bedacht voor dit mannelijke vraagstuk: VDV's Scheerschema.

1) Achterhaal hoe de vader van jouw droomvrouw eruit ziet. Hoe sterk ze het ook ontkennen, girls like their daddies. Draagt paps een volle baard, gooi dat scheerapparaat meteen de vuilbak in. Is vaderlief zo glad als een paling, haal het mes dan maar boven. Elke dag met nat, anders blijf je droog staan.

2) Blijft haar vader (voorlopig) onbekend terrein, kies dan veiligheidshalve voor de stevige stoppelbaard. Met "Auw, dat prikt", bedoelt ze in feite dat die killer cheeks wel eens het bloedverkeer in haar erogene zones mogen ontregelen.

3) Plaats belangrijke dates 4 à 5 dagen na de trimbeurt. Met ruige kaken in een donkere cinemazaal denkt ze dat ze na een uur film Matthias Schoenaerts mag bekken. Als je maar genoeg wodka in haar colabeker dropt.

4) Scheer je altijd 's avonds. Scheer het snorvlak opnieuw 's morgens, drie dagen na elkaar. Op die manier haalt de haargroei van de kaakregio de bebossing op de bovenlip in. Essentieel in dit hele verhaal, tenzij jouw toekomstige schoonvader een rijkswachter is.

5) Scheer je bij voorkeur zondagavond. Afterworken begint pas echt op donderdag, het weekend op vrijdag. Ga bij jouw dementerende oma langs in het begin van de week. Met jouw jonge snoetje ben je elke keer opnieuw 18 en krijg je levenslang zakgeld. Werk bovendien van thuis uit tot woensdag.

6) Begrafenis op zaterdagmorgen? Scheer je vrijdagnacht nog! Succes verzekerd bij de bonte collectie heetgebakerde MILF's. Zij hervinden hun verloren gewaande jeugd op jouw blinkend gladde wangen. Een snelle wip in hun Mercedes A-klasse vergeet je minder vlug dan het burgemeestersverhaal van nonkel Alain aan de koffietafel.

7) Heb je een rosse baard? Spreek pas af na het invallen van de duisternis. Het vooruitzicht van rosse kinderen schrikt de toekomstige moeder van jouw kroost af. Rosse jongetjes worden gepest, rosse dochters vormen het mikpunt van afgunst.

8) Leef met een rosse baard zoveel mogelijk in zwart-wit. Bewerk foto's, untag en delete. Koop een professionele versie van Photoshop. Verdrijf het rode gevaar online.

9) Beheer jouw foto's op Facebook in functie van jouw baardstatus. Maak twee groepen in jouw damesbestand: 'Geil indien glad' & 'seks indien stoppels'. Defriend vrouwen met een snor.

10) Heb je dit scheerschema niet kunnen volgen? Cancel jouw date, blijf binnen en verzegel ramen en deuren. Of koop een bivakmuts. Belachelijk? Vrouwen wikkelen zich als een mummie in hun dekentje als ze hun benen niet geschoren hebben. En terecht.

Conclusie: Al wie willen ter kaap'ren varen, moeten mannen met stoppelbaarden zijn. Wentel je op tijd in het scheersop of je komt van een kale reis terug. Zeg dat deze donkere Viking het gezegd heeft.

Belgisch thuisnadeel

Na lang getalm stelt Flipkens zich nu toch beschikbaar voor het Fed Cup-duel tegen Polen. De keuze van de federatie om de Radwanska-zusjes op hardcourt te ontvangen, viel nochtans niet in goede aarde bij de Belgische nummer één.

De plotse overschakeling naar een snellere indoorbaan in volle gravelvoorbereiding past immers niet echt in het programma van Flîpper. Om die reden zegde Wickmayer vorige week al af. Begrijpelijk, al stelt zich de vraag waarom beiden zolang gewacht hebben om een definitieve beslissing te nemen. Het was al langer bekend dat in Koksijde geen gravel ging liggen.

Maar de grootste verantwoordelijkheid ligt uiteraard bij de Belgische tennisbond, die voor de zoveelste maal haar budget boven de spelerswensen plaatst. Bij elke loting bidden deze kruideniers voor een lekker snoepreisje. Ze huiveren immers al bij de gedachte om zelf een interland te moeten organiseren. Deze bobo’s verbranden liever in de Spaanse zon dan hun handen vuil te maken aan het creëren van een Belgische hel. Nergens anders dan in België is het thuisvoordeel een nadeel.   

Wat een verschil met het Nederlandse (mannen)tennis, dat qua globaal niveau nochtans niet beter is dan dat van haar zuiderburen. In Nederland is elke interland een volksfeest. Zowel tegen het Zwitserland van Federer als het anonieme Roemenië golft het Oranjegevoel langs de volgepakte tribunes.

Bij ons past enkel het schaamrood op de eretribune, dat meer van het vijfgangenmenu dan van de wedstrijden heeft gezien.

Door geen gravelbaan te willen aanleggen, dreigt de Belgische Fed Cup-ploeg in een diep moeras weg te zakken. Met deze gierigheid hoort het Belgische tennis thuis in de regionale reeksen. Een team dat het resultaat niet als heilig beschouwt, speelt beter in het vriendenverbond. Benieuwd of de bobo’s dan nog meereizen naar pakweg Wit-Rusland of Bulgarije.

Erg genoeg toont kapitein Devries begrip voor de bond. Het ontbreekt het Belgische tennis aan figuren met ballen aan hun lijf die er alles aan doen om onze (semi-)sterren in de best mogelijke omstandigheden de nationale eer te laten verdedigen. Iedereen houdt krampachtig vast aan de vetpotten, die vooral dienen om een goeie fond in de VIP-ruimte te leggen. Ten koste van een gunstige tennisondergrond. Après Clijsters et Hénin la honte.

Minder trommelen, meer trainen

Geen Brugse verrijzenis op paasmaandag. Club zit opnieuw in de put dankzij haar afdankertjes. Onder impuls van de onverzettelijke Ciman en via de stilstaande fases van Balette toonden de Rouches zich dodelijk efficiënt. Met de makheid die Club gisteren vertoonde, dreigen de play-offs een lange lijdensweg te worden voor zij die nog in blauwzwart goud geloofden.

Club profileerde zich de voorbije week met veel tamtam als een te duchten titelkandidaat en verklaarde online de oorlog aan de concurrentie. De Belgische top plast ondertussen zichzelf in de broek. Van spot. Al na 90 minuten bleek die provocatie immers een vroege aprilgrap. Als makke paaslammetjes lieten de jongens van Garrido zich slachten door de straatvechters uit Luik. Het Brugse bestuur legde haar spelers een verlammende druk op met deze videostunt.

Het commerciële denken staat centraal in dit blauwzwarte bedrijf, ten koste van sportief succes. Onder de ijzeren hand van Daum kon deze onvolwassen groep zich nog een filmpje permitteren. Toen werd er echter minder getrommeld, maar meer getraind. Club gedraagt zich continu als een virtuele leider, maar eindigt op het einde van de rit steeds met een straatlengte achterstand. Bij het prijsloze parcours van de Vlerick-directie hoort geen tromgeroffel.
bron: sporza.be

Wie ooit de kaken van Happel wilde verven, mocht ongetwijfeld het schminkpotje opeten. Ook het Club onder leiding van Vanderelst, Verheyen of Simons had nooit gefigureerd in een dergelijke schertsvertoning. 

Maar het huidige Club heeft op dit moment een kapitein die het verdient: in potentie top, maar online meer aanwezig dan tussen de lijnen. Donk & co stonden al watertandend achter de trommels: weer wat (verplicht) twittermateriaal.

Dit Club stroopt haar mouwen op om haar spierballen te laten fotorollen, maar weigert haar blauwzwarte werkplunje vuil te maken met Brugs bloed. De sterren zonder palmares slenteren al mekkerend over de gloednieuwe bühne, nauwelijks geïnspireerd door de blinkende 'No Sweat, no Glory'- borden. Club raakt stilaan verloren in haar eigen spiegelpaleis.

Dit Club doet denken aan het bonte clubje tweederangs-BV's uit Big Brother dat kickt op alle camera-aandacht, maar op een heel seizoen belachelijk weinig hoogtepunten laat zien. Club is commercieel interessant, sportief echter steeds van minder belang. Maar zolang de truitjesverkoop stijgt, daalt het gewicht van verroest eremetaal.

Dit Club is op het internet ongetwijfeld een succeshit, maar op het veld een anonieme meeloper. Dit Club acteert enkel online op Europees niveau. When the going gets tough, haakt dit Club af. Maak daar eens een videoclip van, heren Marketeers. Genoeg recent materiaal. Intussen draait Jan Breydel zich om in zijn graf bij zoveel latent gebrek aan strijdlust.

The Riff of Tel Aviv (1): A-Ba-Ni-Bi

Van slippers naar sneeuwboots. Van sportstranden naar schaatspistes. Een gevallen engel uit het Heilige Land.

Ik voel me verbannen uit Tel Aviv, de hedonistische vrijhaven van de gespannen staat Israël, waar de levendige geurmix van hummus, wiet en zeezout mijn sinusitis en stress begroef. Een rakettenschild beschermt er de bruingebrande kopjes, maar het leven in het Midden-Oosten is nergens zorgelozer dan op deze Lenteheuvel.

Al fietsend doorkruist het jongerenpeloton (40% is jonger dan 30) de talrijke promenades van Tel Aviv om zich nadien met een onnavolgbare nonchalance te wentelen in überchille strandbars en knusse koffiehoekjes, waar Britpop en The Doors de cappuccino's met coolness en poëzie verrijken.

Ook Jim Morrisons leren broeken zijn ongekend populair. Alleszins bij de lokale vrouwen, die zich behoorlijk ruig én donker kleden. Tel Aviv ontsnapte aan de financiële crisis, maar zwart en grijs vullen hier de vrouwelijke kleerkasten. Ongetwijfeld een erfenis uit hun verplichte legerdienst, die hen bovendien van een directe aanpak heeft voorzien. Quite straightforward, these ladies.

Dat uit zich vooral als ze serveuse spelen, waarbij je naar een glimlach mag fluiten als de service al included is in de kostelijke afrekening. Gelukkig zijn er heel wat Europese en Australische collega's die je voor een fooi van 10% vriendelijk vragen of het - trouwens heerlijke - eten gesmaakt heeft. Maar ik betaal hoe dan ook begripvol omdat Tel Aviv in feite geen oord is om te werken.

Eerder om op het strand te vertoeven, bijna het hele jaar door. De Israëli omarmen massaal Poseidon, de enige buur waarmee ze in ware harmonie samenleven. Belangrijkste promenade vormt dan ook de fabuleuze kustlijn waar de verschillende stranden een stadswijk op zich vormen. 

Het homostrand ligt er droogweg naast de zone waar de joods-orthodoxen baden. Miljarden zandkorrels symboliseren een eindeloos geduld tussen de verschillende gemeenschappen in Tel Aviv. Tolerantie spoelt continu aan, vanop Hilton Beach tot in Jaffa.

Ook al cirkelen Apaches dreigend langsheen de staalblauwe hemel, deze zonnekloppers couldn't care less. Terwijl het apocalyptische The End van de schroeven schalt, draaien de kontjes zich nog eens licht verveeld om. Stevige kontjes, overigens. 

Maar waar in Vlaanderen dan al snel het overweight alarm luidt, blijft het vleesbestand dat zich met de grootste moeite achter de witte gordijntjes verschuilt perfect in proportie met de rest. Zonder twijfel dankzij het veelvuldig sporten. Overal duiken volle boezems naar dalende frisbees en rubberen balletjes, waarmee matkot (beach tennis) wordt gespeeld.

Ondanks een veelbelovende legende telt Tel Aviv niet opvallend veel mooie vrouwen, maar zij die boven de middelmaat uitsteken zijn echt bloedmooi. Hun ultralange bruine haren blinkend van frivoliteit - met dank aan de vele trendy kappers in town - spelen tikkertje kus met hun flanellen blazers en prikkelend korte hotpants.
 
Met de je ne sais quoi air van een Parisienne flaneren deze toppers over Rotschildt en spieden ze vanachter hun John Lennon-sunglasses hoe de wachtrij aan Benedict evolueert. In de nasleep van hun parfum waan je je in 1978, toen Israël met het eeuwig opgewekte A-Ba-Ni-Bi het Songfestival won. Deze donkere diva's staan model voor de ongedwongen sfeer die er doorheen Tel Aviv waart.

Of het allemaal rozengeur en maneschijn is in Tel Aviv, dat lees je in deel 2 van The Riff of Tel Aviv.

Meet the Defriender


In mijn goldrush naar 1000 Facebook-vrienden slaat een asociaal fenomeen me geregeld terug: het defrienden. Met mijn risin’ mojo waande ik me inmiddels immuun voor deze neerwaartse spiraal, de doodsvrees van onze generatie. Maar cijfers liegen niet: ik verlies vrienden.

De oorzaak? Ongetwijfeld jaloezie. De wekelijkse plakboekupdate van een dolverliefd Noors-Vlaams prinsenpaar levert niet alleen tientallen likes op. Too much love can kill a Facebook friendship. Zo redeneerde ongetwijfeld ook C., die ik vorige week bij toeval opnieuw trof.

Na een kortstondige FB-friendship had ze afgelopen zomer besloten mijn perfect news feed stop te zetten. Ik ontdekte deze wandaad toen C. gevat commentte op een status van een common friend. Uit gezonde interesse hoe het die pientere meid intussen verging klikte ik even door naar haar profielpagina. Of dat probeerde ik toch. 

Zo klinkt althans mijn sociaal aanvaardbare uitleg hoe ik defrienders op heterdaad betrap. De waarheid is echter anders...Ik tracht mijn leven doorgaans wat op te fleuren met het loeren naar bikinifoto’s van meisjes, die ik na een zoutloos dovemansgesprek in een schaars verlicht danscafé 36 uur later heb toegevoegd. Wat me die nacht niet lukte, moest dan maar online gebeuren. 

Wanneer mijn aandacht weer eens wegdrijft van het werkeiland, verkies ik die provinciale heupen als reddingsboei boven het Panini-menu van de Miami Dolphins Cheerleaders. Eens je daar alle cupmaten uit het hoofd kent, kan geen pompon je nog prikkelen. 

Bovendien lijken reeds ontmoete borstjes zoveel tastbaarder op het net. Na 20 keer klikken denk je een band te hebben gesmeed. Als je dan plots niet verder komt dan haar profielfoto, is dat even slikken. Van bijna vaste vriendin naar kersvers defriender.

Honey bees, noem ik deze soort. Ze prikkelen me, proeven even van m’n zoets en gonzen na een sociale doodssteek weg naar een nieuwe stijfsteel. Bij een eventueel wedertreffen gun ik ze mijn blik van herkenning, knik als een volleerde gentleman en schenk hen het zicht op mijn achterste, waarna ik hun naam bijschrijf in mijn zwart boekje. My social shitlist.

Groot was dan ook mijn verbazing toen C., nummer 7 op die shitlist, aan mijn eettafel aanschoof. Blijkbaar was C. wél nog boezemvriendjes met mijn beste vrienden, die ze vrijelijk de ronde geneugten van haar strandvakantie op Bali gunde.

Als hoofd van een tafeltje van vijf drong een babbel met dat ondankbaar wicht zich echter op. Alsof prozac het hoofdgerecht vormde, lachte ik me een breuk met de inspiratieloze humor van deze vriendschapsbreekster en fakete een oprechte belangstelling in haar verhaal dat deed denken aan Jambers in zijn beste jaren. Met een marginaal aan tafel: luisteren maar!

Maar na haar fles rode wijn, de passé-partout van elke dinner party, werd ik even loslippig als Jenna Jameson na haar mislukte vaginacorrectie. In de schuchtere waas van een goedkope Merlot rook ik de restanten van het Facebook-stort waar C. me na een achteloze muisklik had onthouden van virtueel penisplezier.

Gegrepen door de eenzaamheid op dit sociaal kerkhof, doorbrak mijn Facebook-trauma de façade:
“C., niet dat ik kwaad ben hoor, maar denk maar niet dat ik ben vergeten dat je me deze zomer van Facebook hebt gewist.”

“Ooh dat…Ben je nu boos op mij?”  vroeg C. met een toontje en een pruilmondje waarbij ze een ‘nee, natuurlijk niet’ als antwoord verwachtte.

“Nee, natuurlijk niet,”  stamelde ik. Mijn ballen krompen tot het kleinste exemplaar uit de sjiekenbak. Rood van schaamte.

“Ik dacht gewoon dat we elkaar niet meer zouden zien. Maar nu we het vanavond weer zo leuk hebben, voeg ik je morgen opnieuw toe. Dat heb je wel verdiend,”  knipoogde ze. Met m’n gekruiste vingers onder tafel klonken we op deze verzoening.

“Not now, Honey" antwoordde ik een week later op haar vriendschapsverzoek.