Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Praatziek

Mijlenhoog in droge Deense lucht. Een Brussels Airlines-vlucht voert me weg uit de Zweedse hemel en brengt me terug met beide voeten op de begane Belgische grond. De helletocht is ingezet. Niettemin verlichten Milan Kundera en een sexy stewardess de pijn van het vertrek uit mijn Beloofde Land. Een uur lang lijkt de ongewilde neerdaling emotioneel enigszins draaglijk.

Tot die spiritueel - relatieve - rust en bijbehorende stilte, bruut verbroken wordt door een onophoudelijk geratel. Niet het oeverloze gezwets van een verdwaalde huisvrouw, maar geforceerde clichépraat van een vervelende zakenman met een verveelde pechvogel pijnigen mijn reeds door turbulentie geteisterde trommelvliezen.

Bij nadere inspectie, waar ik door mijn aangrenzende zitplaats ongevraagd tot gedwongen word, van beide 'heren' hun tongval, blijken de kwelduivels van dienst een Deense en een Zweedse Viking. Vreemd genoeg wenden zij zich niet tot hun moedertaal (Scandinaven begrijpen elkaar onderling mits enige inspanning), maar fungeert het Engels als lingua franca.

Bij gebrek aan Scandinavische volzinnen vormt dat resterende babbeluur een ware marteling. Elke keer dat een stilte zich blijvend tracht te installeren, ontneemt de praatzieke Deense tong me alle hoop. Mindfullness lijkt op dat moment hoogdravend gezever, het hier en nu wil ik zo snel mogelijk ontvluchten. Een vroege bus-of treinhalte nemen is geen optie, uit het raam springen dom en bovendien onmogelijk.

De groeiende irritatie brengt me vreemd genoeg tot ethische diepgang en ik stel me de vraag of het recht op (hoorbare) vrije meningsuiting, niet het recht op rust belemmert. Geen kotszakjes, maar oordopjes horen hoog daarboven - zonder vluchtopties - daarom standaard beschikbaar te zijn. Stille ruimtes - zoals op Zweedse treinen - op haar vliegtuigen kan het nieuwe Sabena bovendien van een nieuwe morele ondergang redden.

Niet een acuut gebrek aan praatstof, maar het (mondige) Antwerpen komt plots als reddende engel aanzweven. De piloot kondigt een excellent zicht op de minuscule metropool aan, waarop een magische stilte zich meester maakt van het over Vlaanderen laverende luchtschip. Nauwelijks een (stil) kwartier later, landen we ongehavend op Zaventemse grond. Voor velen meer dagelijkse kost dan een wonder, waardoor een verdiend applaus uitblijft. Tot ik die ongepaste stilte doorbreek en de piloot eigenhandig bedank. Wie de praatziekte kan bedwingen, verdient alle lof.