Trainingsbroekterreur
Ik maak me zorgen. Als commissaris bij de Brusselse modepolitie constateer ik een zorgwekkende trend op de hoofdstedelijke lanen. De trainingsbroek teistert het straatbeeld. Breed, dof en bengelend verziekt ze niet langer armzalige buitenwijken, maar knaagt ze nu ook aan de grandeur van Louise en andere flaneerwijken. Enkele bedenkingen bij dit modedrama.
Eerst en vooral verdienen diegenen die deze vestimentaire verloedering uitdragen, geen levenslang brandmerk. Deze trainingsbroekterroristen verkrachten de mode immers zonder voorbedachte fashionrade. Hun keuze voor de training sluit naadloos aan bij hun levenswijze. In hun doorgaans uitzichtloze situatie, liggen zij tussen 9 en 17u vooral in bed. Of voor tv, indien het leefloon een digibox toelaat. Wie zich in Prozac en tussen de lakens wentelt, doet dat het makkelijkst in een losse trainingsbroek. Handig. Van een modestatement is geen sprake.
Niettemin schuilt er een duidelijke strategie achter hun broekpolitiek. In hun financieel precaire situatie is elke staatssubsidie welkom. Dus kweken zij kinderen en hengelen ze naar kindergeldsommen die hun sigarettenrekening evenaren. Maar wie als man vruchtbaar wil zijn, houdt best de ballen fris. Lebensraum tussen de lenden dus. U raadde het al: de trainingsbroek vormt hét hebbeding in de fertility fashion. Deze paria's van de burgermaatschappij draaien niet mee op de mallemolen van de massamode, maar dragen kledij met het oog op de toekomst. Visionairen in vodden, met een luchtige blik ten aanzien van de schaamstreek.
Onderzoek wijst uit dat jongeren in trainingsbroek vatbaarder zijn voor kleine criminaliteit. Wolven in een marginale vacht sluipend op Taiwanese sneakers. Wie bij het uitoefenen van deze naschoolse activiteiten niet wil gevat worden door de arm der wet, hijst zich in een blitse jogging. Weglopen doe je in makkelijk zittend materiaal, logisch toch? Moest de Usain Bolt der boefjes zich toch laten pakken, slaapt een nachtje in de cel zoveel aangenamer met drie Adidas-strepen langsheen benen en armen.
Ondanks dit pagaddergedrag toon ik ook bewondering voor deze grijpgrage jonkies. Vooral in de winter. Geworteld in warmere oorden doorstaan ze elke Europese winterprik in dun polyester. Fris aan de vis hengelen ze ongegeneerd naar doodsbange loslopende bitches. Onderkoelde warmbloedige casanova's. Al schenkt de metro - hun natuurlijke habitat - hen toch enige beschutting. Niettemin: respect.
Minder respect voor de minder actieven onder hen. Wie weinig verdient, eet ongezond. En wordt dus dik. Trainingsbroeken schenken dikkerdjes de flexibiliteit waar ze nochtans geen recht op hebben. Het ironische aan deze corpulente club is dat zij sportkledij dragen, terwijl het merendeel enkel zweet als er een deurwaarder aanbelt. Blijkbaar dragen ze hun zwaar lot met enige lichtzinnigheid. Een karakter al even veelzijdig en diepgaand als hun luie reet. Gezellig.
Conclusie? Don't judge these people by their trousers. Achter hun marginale façade schuilt een duidelijk perspectief. Met stalen ballen en een vleugje ironie. Strategen op witte kousenvoeten.