Sneeuw went
Maandagmorgen. Het onverbiddelijke werkritme maakt zich meester van elk gewoontedier. Ook ik zit op mijn vaste IC-trein van drie schamele minuten na het uur, die me plichtsbewust van Leuven naar Brussel-Centraal voert. En vervolgens haar weg richting … Quiévrain verder zet. U had het ongetwijfeld al geraden.
Na de zoveelste winterprik in deze verhitte tijden, baadt het treintraject in een overweldigend sneeuwtapijt. Een oogverblindend ontbijt voor mijn sneeuwverliefde zielspoorten. Gefundenes Fressen voor deze slaapdronken sneeuwverslaafde. Enkel een beeldmooie blondine die me op een kwart van een meetlat lager tegemoet komt, bedwelmt mijn onrustige aandacht op een goddelijker niveau. De ijskoningin bevriest mijn blik.
Sneeuw plaatst een bescheiden voet naast mijn vorstin. Maar mijn muze voelt nattigheid en reikt me het walhalla aan in de vorm van een boek: ‘Snel Geld’ van Jens Lapidus: een thriller over het op cocaïne golvende nachtleven in Stockholm.
De onvervalste aandachtsjunk levert valse sneeuw. Een nieuwe portie Gefundenes Fressen, nu van chemische makelij. Ook deze sneeuw werkt geestverruimend. Met een malafide meesterzet plaatst mijn koningin mijn maagdelijk witte maîtresse buitenspel. Mijn zielspoorten sluiten zich af van het winterse geweld en verwelkomen het Zweedse Paard van Troje.
Het kunstmatige overwint opnieuw het natuurlijke. De ziekte van deze tijd. Versneden poeder verslaat een onversneden brok liefde. Sneeuw klopt sneeuw. Puurheid druipt af. Vandaag bleek mijn liefde voor het échte witte goud alvast oneeuwig. Only diamonds are forever. De waarheid komt uit een Hollywood-mond. Toch in het Westen, waar het leven doorgaans een B-film is. Even pauzeren onderbreekt het rigoureuze ritme. Niemand regisseur, iedereen figurant.
Met droefte bemerk ik op Facebook de fanpagina ‘2010…The year I became bored of snow’. Vlaanderen is haar verwondering om het witte winterwonder kwijt. Ik volg onbewust de koude kudde. Als verwondering verdwijnt, maakt onverschilligheid haar intrede. Winter in mijn hart, dat onbevangen genieten ijskoud onthaalt. Sneeuw bracht zomer in de liefdeskamer, maar de vluchtige koerier belandde op de straatstenen. Samen met zijn boodschap.
Alles went. Dat vormt, behalve dat treinrampen ook in het moderne(?) België plaatsvinden, mijn conclusie van deze gitzwarte maandag. Sneeuw bestreek de Vlaamse velden met hoop, maar rouw vervult onze harten.
De maalstroom van het leven stopt even wanneer een trein niet meer verder raast. Stilstaan, mijmeren en dan toch weer verder. Het hier en nu verdwijnt als sneeuw voor de zon. Just another Manic Monday. Maar niet vandaag. Weg met de winterpret.