Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Tommeke, Tommeke, Tommeke!

WK Wielrennen. Het is weer van dat. De grootste kermiskoers van het jaar. Down Under echter geen spoor van botsauto’s of braadworsten. Carlton Beer en kangoeroevlees langsheen het parcours. Folklore onder de evenaar.

Mondialisering een meerwaarde? Wie de wereld van het wielrennen jaarlijks in strakke koersbroeken onder het goedkeurend oog van rijke snorren gehuld in wijde witte lakens doorheen bloedhete woestijnen ziet slenteren, weet dat de charme van de koers het vriespunt heeft bereikt.

Volkeren die de fiets pas na de Groene Golf ontdekt hebben, missen de finesse om tweewielers in goede banen te leiden. Getuige de Australische politie die de Belgische ploeg naast de weg zette. Omdat ze in godsnaam per twee reden. Per twee! In Vlaanderen nemen wielertoeristen ongestraft dubbele rijvakken in, terwijl er een overgesubsidieerd gloednieuw fietspad naast hen ligt te blinken. Voor kilometerknallers als Ichtegem-Alveringem wordt heel West-Vlaanderen met man en macht op oer-Duitse leest afgezet. Signalisateurs krijgen belastingvrije tarieven waarbij ze zelfs op de Kaaimaneilanden groen van jaloezie wegtrekken.

Maar niet in het land waar kangoeroes een eigen pechstrook hebben. Wie in Vlaanderen het Australische flikkenvoorbeeld volgt, mag tot aan zijn pensioen het verkeer op het Vierarmenkruispunt regelen. Zonder fluitje of fluovestje. En met de armen achter de rug.
Neen, de finale van het WK wielrennen hoort zich op brede West-Europese boulevards af te spelen, waar cyclisten al sinds het Congres van Wenen de straatstenen strelen met passie en rubber. Zoals in Madrid 2005.

Heel Vlaanderen verlangde al bijna een decennium lang naar een wereldkampioen, sinds Museeuw in Lugano met het schuim op de mond (even) de Vlaamse honger stilde. Ongezien was de ontlading toen Michel Wuyts Tom Boonen als eerste over de meet begeleidde. Ingedommelde mannen hervonden de lippen van hun huisvrouwen, die als één blok voor de stronken van de (indertijd) ideale schoonzoon vielen. In Wallonië heerste de ontnuchtering toen niet Gilbert, maar een Kempenzoon de wereldkampioen bleek. Dromen voor werkelijkheid nemen: de RTBF kon er toen al wat van.

Tom Boonen wereldkampioen... Man toch, wie had gedacht dat de herfst zo mooi kon zijn? De blijde boodschap van Michel Wuyts knalde in een remix van Virtual Zone door alle studentencafés. Beloftevol Vlaanderen hield van bier, borsten en Boonen. Dj’s die de originele versie draaiden, werden de hel toegewenst door de regenbooggekke adolescenten. De nieuwe Rik Van Steenbergen besprong nadien vrouwen, frietkoten en witte lijnen. Een Vlaamsche volksheld.

Zondagmorgen zal Tommeke er niet bij zijn. Voor het afgeroomde Belgische troepje kom ik mijn nest niet uit. Gilbert: topper, wereldtopper, maar geen Leeuw van Vlaanderen. Ik zet mijn geld op Hushovd. Thor, God van de Donder. Laat het onweer maar beginnen. Ik hoor het wel vanuit mijn bed.

Place Lux(e)

Suit up! Op donderdagmorgen bepaalt Barney Stinson mijn vestimentair voorkomen. After Worken in Brussel vereist immers een pak. Wie niet met een boord op het Luxemburgplein verschijnt, brengt immers koffie rond in de Europese kantoren. En kan de koude Calsberg niet betalen. Dank voor de inflatie, nazaten van Schuman. Bienvenue à Place Lux: oord der eclatante Europese Eurocraten.

Grote woorden over mensen, stenen en bieren die het Oude Continent een eengemaakt gelaat verschaften. Geschiedenis dwingt tot overdrijving. Maar vergis u niet, eens de halve liters de das naar de binnenzak hebben verwezen, blijft er van dat theatrale troepje niet veel meer over. Het obligate handjes schudden gevolgd door een zakelijke ‘What do you do’, maakt ruimte voor een kusjesdans en een oprechte ‘Where are you from’. Erasmus voor volwassenen.

Waar in de Wetstraat een steenworp verder het parfum de crise niet uit de kostuums verdwijnt, hangt op Place Lux een odeur van Europese ongedwongenheid. Expats verklaren hun exuberante uitspattingen aan de hand van hun tijdelijk statuut. Wie ergens zes maanden verblijft, behoeft geen bewijs van goed gedrag en zeden. Een sfeer van vluchtig plezier onder bouwvakkers die een eeuwigdurend Europees imperium oprichten.

Veel mooie dames en heren die dat kaartenhuisje ondersteunen. Sinds kort zendt ook Oost-Europa haar fraaiste hartenjaagsters uit. Europe’s Finest gesponsord door nationaal belastinggeld. Maar wie denkt daar aan terwijl hij omringd wordt door langbenige stagiaires blakend van ambitie in een zacht nazomerzonnetje, daarin ondersteund door diepe decolletés die de kloof tussen de Europese elite en haar burgers op een tastbare manier symboliseert? Inderdaad, niemand Vanderveeren.

Brussel beseft niet welk rijk netwerk in de hoofdstad huist. De vraag om bijkomende bescherming van deze weelderige wijken wordt met een misplaatste dedain weggelachen. De banen naar het hart van Europa zijn inderdaad niet met bloed bezaaid. Nochtans schilderde Monnet de contouren van de Europese kern met een vuurrood penseel. Sinds 1952 regeert immers de liefde over Brussels en omstreken. Nooit meer oorlog. Wat een Luxe.

Els Calle(ns)

Us Open. Nu de zonnestralen definitief wijken voor kleurloze kantoorlampen, brengt het New Yorkse ballenfestijn welgekomen zetelpret. Sharapova-Wozniacki. Een langbenige blondine die op het bloedhete beton met haar Siberisch gekreun het Amerikaanse geratel overstemt en bovendien het beste uit een meer dan degelijke Deense deerne perst. Twin Towers die de hemel aanreiken…

Tot Els Callens met haar monotone prietpraat de Sporza-livestream vervuilt. Een aaneenschakeling van non-informatie omringd door een klaagmuur van pijnlijke lettergrepen gebouwd in schimmige stembandbochten. Callens verbastert op een afschuwelijke manier een backhand tot een lomp Vlaams voorwerp, dat zelfs Henin niet zou kunnen rechttrekken. Setstatistieken zijn een lamento zonder enige vorm van interpretatie die slechts slechtzienden als een meerwaarde beschouwen. En dan nog.

Mooi dat onze openbare omroep ex-topsporters commentaar laat leveren. Al te vaak maakt deze groep na hun carrière ongevraagd kennis met het zwarte gat. Maar wie Elsje door de casting liet lopen, kreeg iets teveel Tretorn-ballen tegen de knikker. Akkoord, een Paul Herijgers produceert een taal die nauw aansluit bij het middeleeuwse Herentals. Maar dat gebrekkig Kempens past als gegoten bij het vunzige volkse veldrijden. Callens degradeert het tennis op tv tot een balspel op het niveau van een belspel. De Antwerpse maakt geen groot lawijt, maar een lelijk lawijt.

Tenniscommentatoren horen een wedstrijd te begeleiden met een onderdaad aan vocale ondersteuning. Als Federer met zijn penseel het gele balletje beroert en beeldende kunst op de beeldbuis brengt, past enkel een gewijde stilte in dit perfecte plaatje. Een uurtje gekakel van Callens verkracht dat edele balspel. Els breekt de stilte niet, ze bewerkt ze met een slecht geslepen machete. Een genocide op het geslagen woord.

Kijken zonder geluid kan – leve de technologie! – maar weerhoudt ons van het godengeluid dat de Wilsons van de grootmeester voortbrengt. Ik probeerde het eenmaal tijdens Cash-Ivanisevic. Toen mijn puberheld Goran met een Splitse scheldtirade de Knokse zeelucht van alle dedain ontdeed, hoopte ik met een hersteld volume de verlossing te vinden. Na drie lettergrepen-Callens kijk je echter niet naar een droomfinale, maar vecht je tegen een nachtmerrie. Geen eindstrijd, maar een doodstrijd op de buis van Elstachius, die nu ook op Exqi kankerklanken uitscheidt.

Ten behoeve van tenniskijkend Vlaanderen zouden de vocalen van Callens enkel door een hermetisch afgesloten tennishal mogen denderen. Of net als rokers naar haar eigen woonkamer verbannen moeten worden. Het gezondheidsfascisme veegt de openbare ruimte proper. Daarom, liefste VRT, leg Elsje het zwijgen op. Silence is golden, maar bij Callens levert dat gegarandeerd platina op. VRT, verlos ons uit ons lijden.