Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Els Calle(ns)

Us Open. Nu de zonnestralen definitief wijken voor kleurloze kantoorlampen, brengt het New Yorkse ballenfestijn welgekomen zetelpret. Sharapova-Wozniacki. Een langbenige blondine die op het bloedhete beton met haar Siberisch gekreun het Amerikaanse geratel overstemt en bovendien het beste uit een meer dan degelijke Deense deerne perst. Twin Towers die de hemel aanreiken…

Tot Els Callens met haar monotone prietpraat de Sporza-livestream vervuilt. Een aaneenschakeling van non-informatie omringd door een klaagmuur van pijnlijke lettergrepen gebouwd in schimmige stembandbochten. Callens verbastert op een afschuwelijke manier een backhand tot een lomp Vlaams voorwerp, dat zelfs Henin niet zou kunnen rechttrekken. Setstatistieken zijn een lamento zonder enige vorm van interpretatie die slechts slechtzienden als een meerwaarde beschouwen. En dan nog.

Mooi dat onze openbare omroep ex-topsporters commentaar laat leveren. Al te vaak maakt deze groep na hun carrière ongevraagd kennis met het zwarte gat. Maar wie Elsje door de casting liet lopen, kreeg iets teveel Tretorn-ballen tegen de knikker. Akkoord, een Paul Herijgers produceert een taal die nauw aansluit bij het middeleeuwse Herentals. Maar dat gebrekkig Kempens past als gegoten bij het vunzige volkse veldrijden. Callens degradeert het tennis op tv tot een balspel op het niveau van een belspel. De Antwerpse maakt geen groot lawijt, maar een lelijk lawijt.

Tenniscommentatoren horen een wedstrijd te begeleiden met een onderdaad aan vocale ondersteuning. Als Federer met zijn penseel het gele balletje beroert en beeldende kunst op de beeldbuis brengt, past enkel een gewijde stilte in dit perfecte plaatje. Een uurtje gekakel van Callens verkracht dat edele balspel. Els breekt de stilte niet, ze bewerkt ze met een slecht geslepen machete. Een genocide op het geslagen woord.

Kijken zonder geluid kan – leve de technologie! – maar weerhoudt ons van het godengeluid dat de Wilsons van de grootmeester voortbrengt. Ik probeerde het eenmaal tijdens Cash-Ivanisevic. Toen mijn puberheld Goran met een Splitse scheldtirade de Knokse zeelucht van alle dedain ontdeed, hoopte ik met een hersteld volume de verlossing te vinden. Na drie lettergrepen-Callens kijk je echter niet naar een droomfinale, maar vecht je tegen een nachtmerrie. Geen eindstrijd, maar een doodstrijd op de buis van Elstachius, die nu ook op Exqi kankerklanken uitscheidt.

Ten behoeve van tenniskijkend Vlaanderen zouden de vocalen van Callens enkel door een hermetisch afgesloten tennishal mogen denderen. Of net als rokers naar haar eigen woonkamer verbannen moeten worden. Het gezondheidsfascisme veegt de openbare ruimte proper. Daarom, liefste VRT, leg Elsje het zwijgen op. Silence is golden, maar bij Callens levert dat gegarandeerd platina op. VRT, verlos ons uit ons lijden.