Twitter

Follow Vanderveeren on Twitter

Consequent

Consequente Koster. Dat label zit de lenige Zeeuw als gegoten. Consequent in zijn woorden, consequent in zijn daden. Geen gelul, geen gezeik, Club voetbalt opnieuw zonder aarzelen vooruit, zoals het dat sinds mensenheugenis deed. Vijf jaar kleurloze oppositie tegen het Brusselse establishment en de Luikse maffia zorgden voor een welkome herbronning aan de Brugse reien. Back to Bruges’ basics met een coach die zijn spelers laat voetballen en zijn bestuur doet zwijgen. Football Club Brugge is opnieuw een voetballende Club. FCB demonstreert, inspireert en koketteert onder Koster.

Dit in tegenstelling tot die andere twee Belgische grootmachten, die gecorrumpeerd door de macht een spoor van vernieling achter hun koninklijke mantels laten. Standard speelt hierbij niet alleen de (Poolse) man, maar richt in die destructiepolitiek haar vurige pijlen op de hele buitenwereld. De voetbalmaffia aan de Maas voelt zich echter in haar recent vergaarde aura van onaantastbaarheid hoe dan ook niet aangesproken voor haar daden.
Het voetbalinstituut Anderlecht, dat met aanvallende en academische sier ooit Europa charmeerde, is dan weer niet meer dan een vervelend trek-, klaag- en counterinstituut verworden. Midden jaren ‘80 al verloor het fiere paars-wit haar maagdelijke onschuld in omkooppraktijken. Goed twintig jaar later is RSCA ook haar avontuurlijke ziel op het veld kwijt. Macht vervuilt, zoveel is duidelijk.
Dat bleek dus ook in het landelijke Brugge, waar opperbobo D’Hooghe - verblind door de successen onder Sollied - eigenhandig een trainerskerkhof in het leven riep. Met de aanstelling van Koster en het overlaten van de macht, zag D’Hooghe na vijf jaar waanzin eindelijk het blauw-zwarte licht. Na de branden die Keizer D’Hooghe meermaals stichtte, is het nu aan architect Jonckheere om een nieuw Brugge te bouwen. Met meesterstrateeg Adrie Koster aan het hoofd van de Brugse troepen.

Net als de veldheer van het nieuwe Club, is ook het sluitstuk van Club erg consequent in zijn doen en laten. Stijn Stijnen hekelde al langer het gebrek aan professionalisme bij een (Franstalig) deel van de spelersgroep. Nu ook de technische staf - ondanks de nieuwe wind - zich (blijvend) in amateurisme wentelt, stapt Stijnen op. Terecht. Een intelligente lectuur van zijn persverklaring openbaart dat niét het gebrek aan vertrouwen van Advocaat in Stijnens kwaliteiten de (hoofd)oorzaak is, maar hardnekkige idioterie in cruciale geledingen van de bondstop.
Wie dacht dat we na de jarenlange tegenstrijdige verklaringen van het dementerende duo Collin-De Keersmaecker het toppunt qua kinderlijke communicatie achter de rug hadden, kwam vorige week bedrogen uit. De keeperstrainer die openlijk wat ballonnetjes oplaat over de ploegopstelling, daarin bijgetreden door de chef van de Technische Commissie, deed Stijnens overvolle emmer uiteindelijk overlopen. Hopelijk spoelt die stroom van ongenoegen de wankele fundamenten van het amalgaam aan bondsstructuren weg en neemt het in haar zuiveringspad ook de diepgewortelde belangenvermenging aan de bondstop weg.

Die Belgische ziekte wordt echter mede gevoed door een horde weinig kritische journalisten, die mensen als Dury en De Coninck onverkort aan het woord laten. Dury die nauwelijks twee weken na zijn weinig glorieuze dubbelmandaat bij de Duivels, anderen openlijk op een gebrek aan beroepsernst wijst, getuigt van weinig gezond verstand. Wel chapeau dat hij zijn vluchtige passage in de nationale ploeg, achteraf als 'onverantwoord' bestempelde. De Coninck blijft echter ongegeneerd het transferbeleid van heel wat eersteklassers op de korrel nemen, ondanks zijn eigen Roeselaars rampbeleid. Kortom, consequentie zoek in alle geledingen van het Belgische voetbal.

Hoe dan ook, het gebrekkige communicatiebeleid bij de Rode Duivels, waar slag om slinger een stroman van de topclub(s) zijn ongevraagde mening verkondigt, staat symbool voor de bestuurlijke chaos die in het glazen bondsgebouw huist. Nu dat onkuise gedoe eindelijk door een topspeler wordt aangekaart, reageert de bond voor het eerst via de daarvoor aangeduide persoon, namelijk de woordvoerder (Nicolas Cornu).
Als Advocaat echt schoonmaak wil houden, stoelt hij de teamcommunicatie beter op Brugse leest, waar Koster na vijf jaar onbrugse veelspraak de West-Vlaamse kakafonie aan banden legde. Een verademing, dat geeft zelfs de Belgische voetbalpers toe, die zich nochtans jarenlang in luilekkerland waanden aan de praatgrage poorten op Olympia, waar Keizer D’Hooghe de Brugse eendracht verkocht met dure (Latijnse) woorden.

Dat iemand als Dick Advocaat in een dergelijke bestuurlijke en communicatieve chaos wil functioneren, bewijst dat hij inderdaad de meest Belgische onder de Nederlandse topcoaches is. Uiteraard moeten we de happige Hagenees nu nog niet beoordelen, maar het is tekenend dat ook nà zijn aantreden men het nodig vindt de aandacht op te zoeken. Leo Beenhakker, wat Hollandser dan Dick, vond het vanuit zijn rechtlijnigheid niet meer opportuun om te vertoeven in een kot vol kakelende Poolse kippen.

Het haantjesgedrag blijft dus woekeren in de technische entourage en lijkt ook in de kleedkamer verre van verleden tijd. In zijn selectiepolitiek bleek Dick immers geen advocaat van de duivel: Bailly, Fellaini en Hazard werden beloond voor hun ‘sterrengedrag’. Eerlijk is eerlijk: Vanden Borre en Pocognoli haalden de selectie niét. Net als mentaliteitbeesten Daerden, Blondel en Geraerts die nochtans door Dicks assistent 'Kampfschwein' Wilmots ‘als voorbeelden voor anderen’ werden bestempeld.
Met deze selectie, bol van de compromissen, bewijst Advocaat alvast een goede Belg te zijn. Hopelijk schenkt hij de Duivels ook een portie Hollandse zelfbewustheid, wat niet te verwarren valt met misplaatste arrogantie dat de Franstalige duivelse geledingen sinds de Spelen in Peking teistert.

Stijnen weigert zich als een mak lammetje neer te leggen bij de Brusselse en Luikse machtsovername bij de Duivels, schaamteloos geëtaleerd op - of zeggen we beter voorafgaand aan - de Kirin Cup, en stelde zich in zijn verklaring dan ook openlijk vragen bij het zachtjes opzij schuiven van Brugse iconen als Simons, Sonck en hijzelf, Stijnen.
Het moment waarop hij echter een stap opzij doet, valt op z’n minst ongelukkig te noemen. Nu heerst de perceptie dat hij de nationale selectie ontvlucht omdat hij niet zeker is van zijn plaats. Stijnen kennende zal die perceptie hem worst wezen. Net als bij Vandereycken en Vercauteren. Niet toevallig twee protagonisten uit de laatste Belgische succesgeneratie. Niet toevallig twee heren die consequentie en rechtlijnigheid hoog in het vaandel dragen. Ethische waarden die de ondergang garanderen in de moreel zieke Belgische voetbalwereld.

De top van die wereld legt nu haar lot in handen van de getalenteerde, doch disciplineloze jeugd. We gaan een onzekere toekomst tegemoet. Een vaag voorbeeld van consequentie in de Belgische voetballerij.