Keien van de Nieuwstraat
De koopjesperiode is opnieuw voorbij. Gelukkig maar. Vadertje Staat betaalt zijn werkende kinderen nochtans goed. Zeer goed zelfs. Maar niet fantastisch. Financieel gevaarlijke tijden voor deze fashionista. Een zeldzaam ras in onze contreien. Grijs, oversized en conservatief vormen de Vlaamse vestimentaire waarden. Kleurrijke prints, strakke pakken en trends zijn hier voor flikkers.
Nochtans niets zo zielig als een hulpeloze lummel die met vrouwlief aan de onzekere hand tijdens het slotweekend van de solden de grootketens afschuimt. Omdat hij echt niet meer in die vale jeans van de vorige eeuw past. En omdat die slobbertrui ondertussen een gat teveel heeft. Daarbij bestookt hij zijn partner in crime met vragen als 'Schatteboutje, is die broek niet te groot?' Of 'Passen die kleuren wel bijeen?' Terwijl deze neanderthaler in godsnaam de risicoloze combinatie grijs-zwart aandurft.
Vervuld van plaatsvervangende schaamte kots ik dan net niet het lagergelegen vrouwenverdiep onder. Restjes lichtbruin braaksel passen echter niet al te best bij m’n grijsgeruite blazer. Neen, als geëngageerde metroseksueel bewaar ik het kleurenevenwicht en wacht de nietsnut buiten op. Daar smijt ik in naam van het stilisme enkele straatstenen naar die boerenkinkel. Keien van de Nieuwstraat. Hopelijk brengen ze hem op een steenworp van een Nieuwe Mode Cultuur.
Ach, deze onwetende oetlullen sleuren eeuwenlange Vlaamse modestie met zich mee. Opvallende outfits vormden in tijden van bezetting een gevaar voor eigen leven. Wat een contrast met de fiere Florentijnen. Eeuwenoude generaties koopmannen drukken tot op de dag van vandaag hun modieuze stempel op de Noord-Italiaanse samenleving. Ook de Zweden dirigeren vanuit hun noordelijke troon het internationale modetoneel. Gespaard van bezettingen en ongestoord in hun koude cocon bepalen zij de Europese trends met lichtjaren voorsprong.
De doorsnee Vlaamse man is enkel bezig met bier, voetbal en Véronique De Cock. Mooi trio, maar nogal puberaal. Op de middelbare school droeg ook ik truitjes van Club Brugge. Mijn voetballiefde uitdragen was toen nog belangrijker dan vrouwen imponeren met mijn stijlrijke schoenen en kokette t-shirtboodschappen. Tijden veranderen echter.
Zo verkoos ik vorig seizoen mijn prachtige purperen sjaal boven een blauwzwart exemplaar om me in het Jan Breydel-stadion te presenteren. Heiligschennis in het Anderlecht-hatende Brugge. Liever een collectieve blikbestraffing dan een persoonlijke modemarteling. De kans is nochtans klein dat ik de vrouw van mijn leven in een voetbaltempel ontmoet. Of het zou in de loges moeten zijn. Hoe dan ook, het voelde als mijn verdomde plicht om voor het mooiere exemplaar te gaan. A thing of beauty is a joy forever. En echte wol is ook gewoon warmer.
Het functionele aan het stijlrijke koppelen. Een uitdaging voor mannelijk Vlaanderen. Plaats daarom de herenafdelingen op de gelijkvloers. Op hetzelfde niveau als een cabardouche. Wees gerust, de man vindt er zijn weg dan wel heen. Alles wat zich in of onder zijn directe ooglijn bevindt, wil hij veroveren. Alles erboven, beschouwt hij als potserig en hautain.
Haal de herencollecties naar beneden en verhef de Vlaamse man. Voordat hij er naakt minder slecht uitziet dan gekleed. God beware ons van dat zicht. Of ik sla Hem met mijn man bag.